Dat kan niet op elk moment!

Zoals beloofd. Blog 2. Al even actueel en verifieerbaar, voor wie dat wil. Het gaat over Jan. Alleen heet Jan niet Jan. Maar dat zult u begrijpen.

Jan was 2 mtr. lang, woog 100 kg. Had een baan. Het ging goed. Tot hij (nog geen 60) Ziekte van Parkinson kreeg. ‘t Ging ongeveer in deze volgorde: Gezondheid kwijt. Baan kwijt. Geld kwijt. Vrouw kwijt. Vrienden kwijt. En zijn Parkinson uit zich vooral in ‘freeze’: dan denk je vandaag dat je gaat lopen maar doen je spieren dat morgen pas. Lastig hoor. Want als je lijf vooruit gaat en je benen niet dan val. je. Als een boom die omgezaagd wordt. En vindt je jezelf terug met je kop tussen de keukenmuur en de koelkast, en je arm onder het keukenkastje. Gebeurt het om negen uur s’avonds dan wordt je na een uur door de thuiszorg gevonden; die om tien uur komt om je in bed te leggen. Als het om negen uur s’morgens gebeurd…

Praten gaat ook niet goed. Voordat je het weet heb je twaalf glazen spa voor je neus staan terwijl je maar één bord spagetti wilde. ‘Spa..spa…spa..spa…’ Je komt er gewoon niet uit! Ook dat doet de Parkinson.

Jan werd ziek. Delier. Als gevolg van slecht drinken en een simpele blaasontsteking. Lekker hoor! Ben je nog in de war ook.

Een ziekenhuisopname volgde. Nou ja… op de onderzoeksafdeling voor demente bejaarden dan. Daar was nog plek.

Na drie weken (delier was verdwenen, Parkinson is gebleven) is het tijd voor revalideren in een nabijgelegen verpleeghuis. Hoewel het ‘t woord revalideren niet mag dragen. (Dat woord heeft een zekere inhoud namelijk!) Door de passiviteit is Jan nog steeds 2 mtr. lang maar inmiddels bijna 130 kg. Wat hij zoal doet is zitten in zijn kamer. En zitten in zijn kamer. En, voor de verandering…

Jan is groot en zwaar en heeft letterlijk te verstaan gekregen dat hij ‘niet moet zeuren’ als hij moet wachten. “Weet u wel dat we het héél druk hebben” en “u moet met twee man geholpen worden. Dat kan niet op elk moment”.
Nee, dat vraagt hij ook niet. Elk moment.

Maar omdat Jan groot en zwaar is wordt hij niet naar de w.c.. gebracht maar mag hij een ‘inco’ vol schijten. En als de plakkaat na een paar uur begint te schrijnen en hij belt “Kan ik v….” dan wordt de verbinding (nee, er is geen persoonlijk contact) verbroken want luisteren naar iemand die niks zegt doe je niet… Maar gelukkig. Na een paar uur wordt de ‘luier’ (en wij in zorgland zeggen dat je het zo niet mag noemen. Dat is denigrerend. Ik doe het expres tóch. Volgens mij is dát juist het gevoel wat wordt opgeroepen als je zó aan je lot wordt overgelaten”) dan toch verwisseld.

So far zo good. Het personeel had echter zo’n haast dat ze zijn volle pakketje (dichtgevouwen, dat dan weer wel) op de stoel náást hem lieten liggen, terwijl hij juist gezellig naar zijn kopje koud geworden koffie zat te staren. Net sinterklaasavond. Alleen wéét je al wat er in zit. En mag je er een paar uur naar kijken.

Iemand die ik ken en Jan op wilde zoeken trof een ‘stille sfeer’ in het verpleeghuis. Ze zei tegen een verzorgende die langs liep “De sfeer komt hier best wel gemoedelijk en rustig op mij over”. Waarop de verzorgende bijna inklapte en zei “Rustig? Rustig”. Ze huilde bijna.
Zorg in Nederland. Februari 2017. Naam en overige gegevens bij de schrijver dezes bekend.
Morgen het verhaal van eh…. Piet. Piet die, precies zoals Schippers en van Rijn zeggen,, ‘liever gewoon thuis blijft wonen’. Moet je niet vragen hoe….