Het papier verstopt de werkelijkheid

Ik ga later deze week nóg een keer terugkomen op die ‘materiële controle’ waar ik eerder over sprak, en waarbij op ranzige manier duidelijk wordt dat partijen elkaar de bal toespelen (WMO, WLZ, ZVW) en dat het daarmee de goedbedoelende zorgaanbieder onmogelijk wordt gemaakt om goede zorg te kunnen (blijven) leveren.
Vandaag een zijsprongetje op dat thema.

Ik sprak vandaag iemand die belast is met het ‘schoonmaakonderhoud’ van een zwembadcomplex. ‘Wat heeft dat er nu mee te maken’ zie ik u vragen. Nou… niks.
Behalve dan één ding:
Bij dat onderhoud moeten alle kleedhokjes en toiletten op een voorgeschreven manier met een voorgeschreven frequentie gereinigd worden. Dat gaat heel lang goed.
Dan komt er nieuwe regelgeving (zal wel iets met besmettingsrisico te maken hebben) dat je moet AANTONEN dat het is gedaan. Dus er komen aftekenlijsten.
Dat is niet helemaal genoeg: die aftekenlijsten worden uitgebreid met een soort ‘rapportage’: wat trof je aan, hoe heb je het opgelost.
Onderhand vinden er voortdurend bezuinigingen plaats. Steeds minder personeel. Het knelt steeds meer.
Uiteindelijk is het werk domweg niet meer te doen door zo weinig mensen in de voorgeschreven geringe tijd.

De oplossing is dáár: het feitelijke werk wordt niet meer gedaan, maar de lijsten worden nog wel afgetekend. Anders gezegd: de ‘onderhoudsvrouw’ gaat erheen, tekent de lijsten af, en is klaar met haar taak. Pas als er iemand klaagt (‘dit hokje is wel erg smerig’) dan wordt het terstond schoongemaakt én wordt gezegd: “De lijsten zijn in orde, dus het is gedaan. Blijkbaar een incidentje waarbij het nét tussendoor bevuild is”.
We noemen dit ‘windowdressing’: op papier prima geregeld, en het papier verstopt de werkelijkheid.

Er zijn meerdere opties die de leiding voor mogelijkheden heeft:
1. Men wantrouwt het eigen personeel en legt druk op.
2. Men vertrouwt het personeel, gaat hier niet in mee en geeft een signaal naar buiten af.
3. Men denkt ‘als het voor de inspectie maar op orde is dan maakt de werkelijkheid niet uit’. Dit laatste is hier het geval. De ‘morele druk’ of morele dilemma’s worden genegeerd.

Dit is een reëel voorbeeld van een zwemcomplex. Maar feitelijk gaat het in de zorg precies zo: schrijf het wél goed op (niet te veel, niet te weinig) en teken je lijsten af. Hoe je om gaat met het ‘knellen’ in de tijd, daar maken we ons niet druk om. Onderaan de streep staan groene cijfers, dus niets aan de hand!
In het éne voorbeeld gaat het om tegelvloeren, in het ander om mensen, om zorg, om zorgvuldigheid. Maar er is nauwelijks verschil.
Morgen een verhaal waarmee ik niet zeg ‘vroeger was alles beter’ maar waarbij ik wél enkele lekker ouderwetse zorgaspecten naar voren haal die 100% kwaliteit borgen (maar wel TIJD kosten)