Hoe lossen we schuld op?

Vandaag in het nieuws: mensen met ‘problematische schulden’ krijgen een time out van een half jaar om orde op zaken te stellen. Een goed initiatief!

Hele discussies kunnen we hieraan wijden. Hoezeer betreft het ‘eigen schuld’ als we van schulden spreken? Hoe verwijtbaar is het om in de schulden te geraken.
Ingewikkelde materie, en maar al te vaak zie ik dat mensen ‘schuldenaars’ het verwijt maken er ‘zelf voor gezorgd te hebben’ met de toevoeging ‘los het dan ook zelf maar op’.
Natuurlijk zit daar wat in. Althans, voor een deeltje.

Van het huidige cliëntenbestand waar ik mee werk heeft 80% financiële problemen en meer dan de helft daarvan ‘problematische schulden’. En het malle is, dat als er intensief aan gewerkt wordt (bijvoorbeeld door bewindvoering en een zakgeldregeling) worden er nog steeds rare keuzes gemaakt: Vijftig euro per week te besteden, waarvan twintig aan roken, tien aan bier, tien aan hondevoer…en met een beetje geluk biljft er nog een grijpstuiver over voor een broodje kaas.

Dit maakt dat je ‘geld-ellende’ ook een beetje als een soort ziekte kunt zien. Sommige mensen kúnnen het simpelweg niet en/of is geldproblematiek één op één verweven met psychiatrische problematiek of andere beperkingen.

Maar ook dit is goed te weten: in 2009/2010 (de crisis klom naar zijn hoogtepunt) was er een toenemende claim op de daklozenopvang. Doelgroep: mannen (98%) met ‘voorheen’ nog een baan, ‘voorheen’ nog een huwelijk, ‘voorheen nog een huis’.
Crisis: baan kwijt, vrouw kwijt, huis kwijt. In die volgorde en in noodtempo. En dat waren voor een aanzienlijk deel óók hoog opgeleide mannen met -voorheen- een goede baan.

De ellende met schuldenproblematiek is dat het bijna kwadratisch toeneemt nog voor je met je ogen kunt knipperen. Deurwaarders en schuldeisers hebben geen boodschap aan een emotioneel verhaal en zonder blikken of blozen verdubbelen of verdribbelen ze de oorspronkelijke schuld.

Leidt schuldenlast tot uithuisplaatsing of dakloosheid dan is er nog een probleem bij: zonder écht adres géén registratie, geen inkomen, niets.
Los van de vraag ‘wie is er schuldig aan schuld’ is de belangrijkere vraag natuurlijk: hoe lossen we het op? Want laat één ding duidelijk zijn: uiteindelijk valt van een kale kip niet veel te plukken dus alle partijen zijn erbij gebaat in een vroeg stadium orde op zake te stellen en een beginnende schuld niet te laten exploderen.

Ook hier weer is, net als in vele andere collumns van mijn hand, het credo: communicatie en afstemming. Alleen al over de vraag of financieel-administratieve hulpverlening nu een ‘welzijnsactiviteit’ is of een ‘algemene voorziening’ of een ‘vrijwilligersactiviteit’ of tóch een door de WMO-gefinancierde begeleidinsgactiviteit is óf (tot slot) een dure bewindvoerdersactiviteit: per individu en per gemeente wordt ook dit verschillend ingevuld. Eén ding mag je aannemen: de cliënt wie het betreft heeft het overzicht niet en weet niet waar aan te kloppen met zijn ellende. Sterker nog: die laat de envelopjes bij voorkeur dicht om het -vooral- niet te hoeven weten.

Mijn pleidooi: integrale aanpak en éénpartij regie. Zowel bij de partij die de ‘psyche’ ondersteunt en het dagelijks leven begeleid.