Een veilige basis

Nummer 11. Morgen het verhaal van Evert… en hoe gebeurtenissen zich herhalen.
Vandaag… een hedendaags ‘geval’. Maar wel met een inleiding.

Toen wij in het Provinciaal ziekenhuis werkten was dit een instelling met bijna 1200 patiënten. De ene helft werd nog min of meer behandeld. De andere helft woonde er. Het was een soort ‘dorpsgemeenschap’. De ideeën daarover zijn door de jaren sterk veranderd (extramuralisering) en daar is veel voor te zeggen. Echter, in mijn boekje ‘zorgen in de verpleging’ én in de tien jaar later door Frans Bromet opgenomen docu pleit ik ervoor voor een bepaalde categorie cliënten tóch intramurale (verblijfs-) voorzieningen in stand te houden omdat ze het simpelweg ‘buiten’ niet redden.

Op dit moment wordt ik met twee vergelijkbare ‘casussen’ geconfronteerd. Paolo is 19 jaar, adoptiekind, sterk onthecht en hij ligt gruwelijk overhoop met zijn ouders. Behandeling wil hij niet, maar een veilige woonplek wil hij wel. En hij wil ‘leren wonen’. Theo is 23 jaar, maar oogt jonger. Sterk ADHD en korte tijd verslaafd geweest aan cocaïne. (Maar volledig overwonnen) Theo is kind van een moeder met een hersenbeschadiging en een alcoholistische vader. Leven bij- en met hen is een hel van ruzie, werkelijk vechten en ellende.

Beiden hebben begeleiding nodig, maar dit verschilt wel. Beiden willen ‘leren wonen’, willen aan hun toekomst werken. Willen hun problemen overwinnen. En wat mooi is: ze willen vertrouwen hebben in ons als hulpverleners. Het is fijn met ze te werken.

Probleem is echter: DE BASIS ONTBREEKT. Paolo logeert bij vrienden (elke nacht weer elders) en soms bij zijn ouders (maar dan wordt het oorlog) en Theo logeert met zijn vriendin bij een oom; maar dit wordt ook oorlog. Paolo wil naar school. Theo wil werken. Maar op dit moment is het ‘overleven’. Beiden met ernstige psychische problemen maar ‘niet gek genoeg’ voor opname. Maar beiden ook niet in staat om binnen het normale circuit zonder hulp woonruimte te vinden, een inkomen te verwerven en een start te maken. ‘t Gekke is dat Paolo een ‘WLZ-indicatie’ heeft voor een zorgzwaartepakket met verblijf; maar er is domweg geen plek! Twee instanties hier in Haarlem geven aan een wachtlijst van drie jaar te hebben.
Mijn opvatting is dat ze een VEILIGE BASIS moeten hebben (ofwel een woonplek) om daar vanuit aan de rest te kunnen gaan werken. ‘n Beetje het ‘housing first’ principe zoals men dat enigszins ontwikkeld heeft. Maar het is er gewoonweg niet.

En wat er dan gebeurt is pijnlijk: ‘we staan erbij en we kijken er naar’. Want we ZIEN de problemen groter worden en we kennen de oplossing. Echter… die oplossing is er niet…
In de docu (zie de link) pleit ik al voor ‘een veilige plek aan de rand van het bos’ voor mensen die het toch écht niet redden. Nu zou ik het genuanceerder uitdrukken… maar sinds de volledige ontkoppeling van ‘wonen en zorg’ onder het ideële motief dat iedereen toch ‘zelfstandig wil blijven wonen’ is het zover doorgeslagen dat er nergens een plek meer is. Paolo en Theo (ze kennen elkaar niet) zullen eerst dieper moeten zakken (en zwerver worden) en de problemen die dáár weer het gevolg van zijn zullen toenemen… terwijl de oplossing zo dichtbij is. Had ik maar een flat. Of een schuur. Of een héle grote zolder…..