Adviseren

De ‘voors’ en ‘tegens’ van ADVISEREN. In mijn persoonlijke praktijk én in de lessen collegiale opvang benadruk ik: Geef géén advies. Waarom? De hedendaagse ‘mens en maatschappij-lectuur’ staat boordevol ‘psychologische tips’ die ik wel eens gekscherend ‘De lach of ik schiet-therapie’ noem. Reden: het is veelal in ‘gebiedende wijs’ beschreven; en bestaat uit ‘doe dit/doe dat’ tips. Als je het opvolgt komt het goed. Doe je het niet dan zul je niet beter worden. “Voelt u zich somber? Lach wat vaker!” “Bent u lusteloos? Ga erop uit!”. Ik geloof daar niet in. Om verschillende redenen. De eerste reden is wel: Vraag aan twintig mensen advies en je zult twintig verschillende adviezen krijgen. Schiet je lekker mee op… De tweede reden is: UItgaande van het idee dat je met iemand te maken heeft met normale intelligentie: iemand kan best wel BEDENKEN wat voor hem/haar heilzaam is. Interessanter is samen te ontdekken waarom iets wel, of juist níet, gebeurt. Iemand verkeert in een proces waarbinnen het niet lukt de goede keuzes te maken of zijn/haar weg te vinden. Door te spiegelen en vragen te stellen ontdek je zowel de belemmeringen als nieuwe wegen. Die er uiteindelijk toe zullen leiden dat iemand weer dát kan doen wat goed voor hem/haar is. Natuurlijk zijn tips niet verboden. Met name rondom ‘copinggedrag’ (hoe ging je ermee om; wat is goed voor je; wat is helpend; waarom lukt het dan niet om …..) is een richtinggevende tip niet ‘verboden’. Maar éérst maar eens ontdekken wat de gevoels- en denkrichting van de cliënt zélf is en welke belemmeringen opgeruimd moeten worden zodat die weg ingeslagen kan worden. Dit is een veel ‘duurzamere’ weg dan alleen maar te roepen wat goed voor iemand is, om je vervolgens te verbazen over het feit dat het nóg niet lukt….